In 2025 staan er vier concerten van 'Nederlandse (piano)muziek in de 20ste eeuw' geprogrammeerd. Drie van deze concerten zullen worden gegeven door studenten van het Conservatorium van Amsterdam, gecoacht door Ralph van Raat. In elk van deze drie concerten staat een belangrijk Nederlands 20ste-eeuws sleutelwerk voor piano centraal. De rest van het programma bij deze concerten wordt ingevuld met werken van andere Nederlandse componisten. Sommige bekend en andere wat minder bekend. De grote werken die in dit drieluik de revue passeren zijn de 'Vioolsonate' van Matthijs Vermeulen op 31 oktober, 'Spinsel' van Robert Heppener op 6 november en 'Arcana' van Rudolf Escher op 21 november.
Matthijs Vermeulen (1888 - 1967) was een erg eigenzinnige componist. Zijn muziek is kenmerkend voor alles wat niet traditioneel is. Vermeulen wees traditionele vormen en tonaliteit af in zijn composities. Er was eigenlijk maar een ding dat belangrijk voor hem was: expressie. Zijn muziek zit vol met pure expressie, zowel in de vorm, melodieën, ritmes als wel in de harmonieën. Wat het voor Vermeulen moeilijk maakte is dat hij in deze tijd publiek en uitvoerders nodig had die open stonden voor alle soorten muziek. Dit was gecompliceerd in een tijd met veel extremen: de opkomst van de twaalftoonstechniek, de opkomst van een neo-klassieke stijl en het behouden van de romantische stijl. Het hielp niet dat Vermeulen nauwelijks of geen rekening hield met hoe hij zijn composities noteerde. Zijn muziek was daardoor vaak erg ingewikkeld. Zijn vioolsonate uit 1925 is hierin geen uitzondering. Het is ingewikkelde muziek die desondanks vol zit met expressie en emotie.
In het concert met Vermeulens vioolsonate staan er verder stukken op het programma die ook hun expressiviteit voornamelijk uit melodieën en ritmiek halen. Zo klinkt de 'Sonata voor piano' van Willem Pijper. Een streng ritme en de voor Pijper kenmerkende bitonaliteit (het gebruik van twee verschillende toonstelsels) vormen de basis voor deze sonate. Van leerlingen van Pijper en van leerlingen van leerlingen van Pijper zal in deze serie concerten een aantal composities worden gespeeld. Zo klinkt de sonatine 'In memoriam Willem Pijper' van Kees van Baaren, het Cappricioso 'Quasi un Illusione' van Hans Kox. En als laatste noemen we het belangrijke werk 'Anathema' van Peter Schat. Schat 'doorbreekt de vloek', genaamd serialisme.
'Spinsel' (1986) van Robert Heppener (1925 - 2009) is een solo pianostuk dat volledig is doorgecomponeerd. Het stuk heeft geen vaste structuur, maar 'spint' alsmaar door. Heppener bevond zich niet in het seriële kamp en behoort tot de componisten die vrijwel vergeten lijken.
Verder klinken op dit concert de duistere 'Drei Nachtstücke in memoriam Georg Trakl' van Hans van Sweeden die op zijn beurt erg is beïnvloed door componisten zoals Alban Berg. Het concert wordt aangevuld met 'Toccare voor piano en klanksporen', van Ton Bruynèl waarbij de klank van de piano wordt versmolten met elektronische klanken. Dit is het enige stuk in deze drie concerten dat elektronische geluiden bevat. Tenslotte is Ton de Leeuw vertegenwoordigd met 'Men go their ways'. In deze compositie wordt het concept van een Haiku gemengd met muziek, waarbij de interpretatie niet bij de pianist ligt, maar bij de luisteraar.
In het derde concert in deze serie is er plaats ingeruimd voor het grote pianowerk 'Arcana Musae Dona' van Rudolf Escher (1912-1980). Deze vierdelige suite (1944) uit de Tweede Wereldoorlog komt voort uit een serie eerdere stukken die een zwaarte en soms ook donkerheid hebben gekregen vanwege de omstandigheden. Escher heeft een groot deel van zijn partituren verloren tijdens het bombardement in Rotterdam en de Duitse bezetting. De titel 'Arcana' is vertaald 'geheim middel', en verwijst waarschijnlijk naar de inspiratie voor het componeren die voor Escher een uitweg bood in deze tijd van oorlog. In 'Arcana' lijkt docent Willem Pijper mee te kijken. Een van de meest karakteristieke eigenschappen van de muziek van Pijper en zijn leerlingen is namelijk het gebruik van de eerdergenoemde bitonaliteit. In 'Arcana' combineert Escher deze moderne techniek met onder andere vormtechnieken uit de barok en de renaissance, door het componeren van een toccata en een chaconne.
Verder staat er in dit concert geprogrammeerd 'Events' van Jan Rokus van Roosendael, een stuk dat erg is geïnspireerd door 'Movements' van Stravinsky, maar ook voelt als improvisatie. Otto Ketting was één van de belangrijkste componisten van de zogeheten 'Rotterdamse School'; van hem klinkt 'Palace Hotel'. En we noemen 'Muziek voor viool, klarinet en piano' van Tristan Keuris. Een kleurrijk trio waarin verschillende atmosferen elkaar afwisselen.
Het vierde concert in de serie met Nederlandse pianomuziek is gewijd aan componist en pianist Hans Henkemans. De briljante musicus genoot bekendheid vanwege zijn vertolking van de pianowerken van Claude Debussy. In de jaren '60 werd Henkemans in het tumult van onder andere de notenkrakersacties volledig afgeschreven. Dirigent en pianist Ed Spanjaard wierp zich op als hoeder van de nalatenschap van Henkemans. Pianist Matthias Spee werd gegrepen door de muziek van Henkemans en toont zich een warm pleitbezorger van de 'gecancelde' Henkemans. (Kris van der Plas)
Concerten
Do 3 apr HANS HENKEMANS, blz 21
Vrij 31 okt VERMEULEN, PIJPER, SCHAT, VAN BAAREN EN KOX, blz 36
Do 6 nov HEPPENER, BRUYNEL, DE LEEUW EN VAN SWEEDEN, blz 37
Vrij 21 nov ESCHER, VAN ROOSENDAAL, KETTING EN KEURIS, blz 39