Wanneer we het over opera hebben dan denken we meestal aan de mengvorm tussen toneel en muziek die, als we het een beetje ruim nemen, vanaf de 16de eeuw in Italië ontwikkeld werd. De menselijke emotie in het (liefdes) drama en de verklanking van de Griekse tragedies veroverde langzamerhand de concertzalen. Nederland kent al decennia een rijk ontwikkelde operacultuur met maar liefst drie operagezelschappen. Niet voor niets werd de Nederlandse Opera in 2016 onderscheiden als de beste in de wereld. In het genre wordt parallel aan de ontwikkelingen in de kunst uitbundig geëxperimenteerd.
De geschreven muziekgeschiedenis verhaalt van een steeds verder uitdijende hoeveelheid aan 'ondersoorten' binnen het genre van de opera. Intussen gaat het van de opera seria uit de 17de eeuw tot de smartphone-opera die zoals de naam al aangeeft, alleen te beluisteren en te bekijken is via een mobiele telefoon. Dat klinkt dan als een gimmick uit de digitale wereld, maar vanaf 1920 werden er bijvoorbeeld al opera's speciaal voor de radio gecomponeerd en dat niet door de minste componisten. Ook is het al lang gewoon om ‘live’ uitgevoerde opera’s in de Met, het grootste operagezelschap in de VS, te bekijken in een Nederlandse bioscoop. Muziekfilms, rockopera’s et cetera, een precieze omschrijving van welk deksel wel of niet op het potje opera past, laten we aan de critici.
De Leidse Salon presenteert een vijftal concerten rondom het genre. Stelt u zich geen ingenieus ontworpen decors voor waarin op doek geschilderde landschappen, stadsgezichten en romantisch tuintaferelen het uitzicht vormen. We houden het bij de muziek. En om het nog nader te preciseren: we houden het in een drietal concerten alleen bij de noten en dan nog alleen de noten zonder tekst. Is dat nog wel opera?
Het programma met ‘La Bohème’ dat violist Matthieu van Bellen en pianist Matthias Halvorsen presenteren begon als een experiment van het duo met het doel zich te verdiepen in opera. Ze misten in het genre opera, wanneer ze dat met hun ‘eigen’ viool-pianorepertoire vergeleken, vaak de grote lijnen en de vormen zoals ze die bijvoorbeeld kennen uit een Beethovensonate. Ze realiseerden zich dat als er al opera’s werden gearrangeerd, het vrijwel altijd alleen om de aria’s gaat. Van Bellen en Halvorsen gingen daarom de uitdaging aan om een hele opera naar hun hand te zetten. Het werd een klus die meer dan een jaar in beslag heeft genomen. Het duo is verslingerd geraakt aan ‘La Bohème’ van Puccini. Ze hebben na de concertervaring dat hele intieme scenes, zoals de dood van Mimi, in een setting in een kleine zaal op zakformaat, soms sterker werken dan diezelfde scenes in een grote concertzaal. In de uitvoering worden de verhaalteksten geprojecteerd.
Pianist Camiel Boomsma maakt opnieuw zijn opwachting in de Leidse Salon na een eerder optreden naar aanleiding van de uitgave van zijn ‘Brieven aan de meesters’. In een van de brieven, gericht aan Richard Wagner, deelt hij zijn bewondering voor de opera’s van de Duitse romanticus. Boomsma schrijft in een van zijn brieven aan Wagner:
Geachte heer Wagner,
U legde de opera Siegfried waaraan u al was begonnen opzij, om Tristan en Isolde te componeren. Een prachtig gegeven, dat enorme verlangen om die muziek te schrijven en de uiteindelijke muziek zelf, die ook vol verlangen zit. Hoe kon u deze muziek, die onvergelijkbaar is met welke muziek dan ook uit die tijd, op papier krijgen? Voor mij een eeuwig schitterend raadsel.
‘It must so be’ schreef u in een van uw afscheidsbrieven aan Mathilde Wesendonck, voor wie u groet gevoelens koesterde. Ook uw persoonlijk leven ten tijde van Tristan und Isolde lijkt sterk verbonden met de muziek zelf. Voelde u iets waarvan u wist dat als u het niet naar klank zou vertalen, het nooit zou gebeuren?
In een trailer ter gelegenheid van een cd-presentatie met Wagnertranscripties zien we Boomsma die een ware bedevaart naar Bayreuth maakt en toegang tot het woonhuis van Wagner krijgt en om het nog mooier te maken, Wagner op de vleugel van Wagner speelt. Een prachtig voorbeeld van een musicus die in de ban komt van een componist.
Het derde operaconcert met de spreekwoordelijke Lieder ohne Worte, opera zonder gezongen tekst, is gewijd aan de Carmina Burana van Carl Orff. Zoals boven vermeld zullen we niet elk programma beoordelen op de kenmerkende eigenschappen van het genre. Want misschien moeten we de Carmina eerder kwalificeren als een oratorium. Pianist Ralph van Raat zette zijn tanden in deze kluif. Orff zelf was bijzonder tevreden met zijn compositie getuige de verzuchting tegen zijn uitgever na de premiere:
Alles wat ik tot nu heb geschreven en u helaas gedrukt heeft, kan de prullenbak in. Met Carmina Burana beginnen mijn verzamelde werken.'
In een ander concert binnen de reeks die we ook ‘opera in zakformaat’ hadden kunnen noemen, slaat het Fikakwintet een lichtere toon aan. Met de uitvoering van Mozarts ‘Idomeno’ bouwt ze voort op een bewerking die acteur Frank Groothof maakte. U hoort het mythische verhaal over de koning van Kreta die na de Trojaanse oorlog door de god Poseidon gedwongen wordt zijn zoon te offeren. Het is een oeroud gegeven dat verhaalt van de macht van de goden over de mens, de keuzes die de mens moet maken en de weerstand die de goddelijke macht oproept.
Wanneer u tenslotte het concert van sopranen Linsey Coppens en Esther Kouwenhoven en pianist Daan Boertien bijwoont, rolt u van de ene aria in de andere en van de ene naar de andere opera. Tijden, plaatsen en landsgrenzen vervagen bij het concert dat samengesteld is uit aria’s uit opera’s van Gioachino Rossini, Wolfgang Amadeus Mozart, Giacomo Puccini, Kurt Weill, Christoph Willibald Gluck, Charles Gounod en Léo Delibes. Al met al wordt deze verzameling aria’s tot een nieuwe opera aaneengesmeed onder de titel ‘Sisters before Misters’. Het laat zich raden dat de man of, om het te nuanceren, een bepaald soort man, getuige de titel van het programma, in deze patchworkopera flink op zijn nummer wordt gezet.
Een serie concerten waarin grote gevoelens in een kleine zaal klinken.